-
1 een muziekstuk instuderen
een muziekstuk instuderen -
2 een muziekstuk voorspelen
een muziekstuk voorspelen -
3 een muziekstuk instuderen
een muziekstuk instuderenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een muziekstuk instuderen
-
4 een muziekstuk interpreteren
een muziekstuk interpreterenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een muziekstuk interpreteren
-
5 een muziekstuk voorspelen
een muziekstuk voorspelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een muziekstuk voorspelen
-
6 mouvement
mouvement [moevmã]〈m.〉1 beweging2 verplaatsing ⇒ verschuiving, beweging, verkeer3 levendigheid ⇒ beweging, drukte4 opwelling ⇒ impuls, aandoening5 stroming ⇒ beweging, partij♦voorbeelden:mouvements de gymnastique • gymnastiekoefeningenmouvement du sol • golving, geaccidenteerdheid van de bodemmouvement de tête • hoofdknikimprimer un mouvement à qc. • iets in beweging brengenmettre en mouvement • in beweging zettenmouvements de hausse, de baisse • prijsverhogingen, -verlagingenmouvement de l'histoire • voortgang der geschiedenisle mouvement des idées • de ontwikkeling der denkbeeldenun roman d'aventures où il y a beaucoup de mouvement • een avonturenroman met veel actie→ tempsde son propre mouvement • uit eigen bewegingm1) beweging2) verplaatsing3) ontwikkeling4) verkeer5) drukte6) opwelling, impuls7) beweging, stroming8) tempo [muziek]10) mechanisme -
7 bis
bis1 [bie]♦voorbeelden:————————bis2 [bies]〈bijwoord; ook m.〉1 bis ⇒ nog eens, tweemaal♦voorbeelden:1. mherhaling [muziekstuk]2. adjgrijsbruin, donkerbruin3. advbis, nog eens, tweemaal -
8 ton
ton1 [tõ]〈m.〉3 tint ⇒ toon, kleur(schakering), hoofdkleur4 toon ⇒ stijl, manier (van optreden), (spreek)trant♦voorbeelden:ton frappé • accentsur tous les tons • in alle toonaarden, op alle mogelijke manierenton de voix familier • gewone toon, bekende stemfaire baisser le ton à qn. • iemand een toontje lager laten zingen(faire) chanter sur un autre ton • uit een ander vaatje (laten) tappenélever, hausser le ton • zijn, haar stem verheffenne le prenez pas sur ce ton • sla niet zo'n (hoge) toon aan, neem het niet zo hoog opton majeur, mineur • grote, kleine hele toonton principal d'un morceau • grondtoon van een muziekstukse mettre dans le ton • stemmensortir du ton • detoneren, uit de toon rakentons rompus • gebroken kleuren, kleuren met diverse schakeringenêtre dans le ton • harmoniëren, bij elkaar passencette couleur n'est pas dans le ton • deze kleur vloektton sur ton • kleur op kleurle bon ton • de goede toon, goede manierenavoir le ton, être dans le ton • ‘in’ zijn, bij de tijd zijnchanger de ton • een andere toon aanslaanne pas être dans le ton • uit de toon vallense mettre au ton de qn. • iemand nadoen, iemand als voorbeeld nemense mettre dans le ton • zich aanpassen, mee gaan doende bon ton • zoals het hoort, smaakvol————————ton2 [tõ],1 jouw ⇒ van jou, je→ pommeI m1) toon, klank2) toonsoort, toonhoogte [muziek]3) tint, kleur4) stijl, manier (van optreden)II = ta; = tes; adjjouw, je, van jou -
9 enlever
enlever [ãlvee]1 wegnemen ⇒ weghalen, verwijderen2 uittrekken ⇒ uitdoen, afzetten9 optillen♦voorbeelden:cela m'enlève un poids de la conscience • dat is een pak van mijn hartenlever la victoire • de overwinning behalen→ pain1. v1) wegnemen2) uittrekken, uitdoen3) ophalen4) wegnemen5) ontvoeren9) optillen2. s'enlevervverdwijnen [vlek] -
10 voorspelen
-
11 anspielen
anspielenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉1 een toespeling maken, zinspelen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:Trumpf anspielen • met troef uitkomen -
12 instuderen
-
13 dansmaat
-
14 instuderen
♦voorbeelden:een rol instuderen • learn a part -
15 enlever un morceau de musique
enlever un morceau de musiqueDictionnaire français-néerlandais > enlever un morceau de musique
-
16 ton principal d'un morceau
ton principal d'un morceauDictionnaire français-néerlandais > ton principal d'un morceau
-
17 un bis
un bis -
18 voorspelen
1 [in de voorhoede spelen] jouer à l'avant2 [tot voorbeeld spelen] jouer (en guise d'exemple)♦voorbeelden: -
19 bas
1 [hoofdstem in een muziekstuk, mannenstem] bass4 [basgitaar] bass (guitar)5 [lagere partij] secondo♦voorbeelden: -
20 interpreteren
♦voorbeelden:hoe zou jij deze passage interpreteren? • how would you interpret this passage?
См. также в других словарях:
Leben (Subst.) — 1. All Levve well widderlääv sin. (Köln.) – Firmenich, I, 475, 186. Ein unordentliches und übermüthiges Leben rächt sich. Weyden (II, 6) hat das Sprichwort in folgender Fassung, aber ohne Angabe seines Sinnes: All et Leven wel widerläv sin, oder… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon